Fred Feddes
Welkom!
Hier begint de website van Fred Feddes (English starts here). Ik schrijf boeken en artikelen voor deskundigen en leken, over uiteenlopende onderwerpen, met vaak een ruimtelijke invalshoek.
Een goed voorbeeld is 1000 jaar Amsterdam. Het is een standaardwerk over de geschiedenis van de stad, en ook een uitnodiging om de stad door mijn ogen te bekijken en onderweg bij te leren over landschap, stedebouw en de ironie van de geschiedenis. Gloednieuw zijn De Dam, met een rijkdom aan beelden en verhalen over het befaamde hart van de stad en het hoofdpodium van Nederland, en Fietsstad Amsterdam, over de fietsstad Amsterdam.
Hieronder staat een top vijf van recente en tijdloze titels. De etalage toont een ruimer overzicht van mijn werk. Wie nog meer wil weten, kan de (naar volledigheid strevende) boekenplank en personalia raadplegen. Mijn verspreide opiniestukken zijn afzonderlijk opgenomen. Een deel van mijn werk is ook in het Engels verschenen.
Fietsstad Amsterdam. Hoe Amsterdam de fietshoofdstad van de wereld werd
Uitgeverij Bas Lubberhuizen, Amsterdam april 2019
NIEUW!
De fiets is alomtegenwoordig in de Amsterdamse straten, in het levensritme van mensen, in de dagelijkse cultuur. Volgens veel buitenstaanders benadert Amsterdam het fietsparadijs. Dat is niet altijd zo geweest, want rond 1960 raakte de fiets ernstig in de knel door de opkomst van de auto. Dat hij daarna een opzienbarende terugkeer beleefde, is te danken aan een unieke combinatie van activisme en gemeentelijk beleid, samen met enkele bijzondere omstandigheden en een lange adem.
Fietsstad Amsterdam vertelt over deze wonderbaarlijke metamorfose van de stad die ruimte maakte voor de fiets, terwijl de fiets op zijn beurt meehielp de stad leefbaar te maken. Het boek volgt de verworvenheden van de fietsstad en belicht ook de tegenslagen en tegenkrachten. De alledaagse fietscultuur komt aan bod, evenals de geruchtmakende slag om de passage van het Rijksmuseum en de uitdagingen in de nabije en verre toekomst.
Fietsstad Amsterdam schreef ik in samenwerking met Marjolein de Lange. Het verschijnt bij de overdracht van het archief van de Fietsersbond Amsterdam aan het Stadsarchief Amsterdam. Gelijktijdig verschijnt de Engelse editie onder de titel Bike City Amsterdam.
Voor meer informatie, een samenvatting van de inhoud en toegang tot historische documenten zie: www.fietsstadamsterdam.nl
De Dam
Uitgeverij Bas Lubberhuizen, Amsterdam november 2018
De Dam in Amsterdam ontstond uit een nederig begin, als ‘een hoop aarde die twee wateren afzondert’, zoals er in de middeleeuwen zoveel dammen in de wateren van het Hollandse laagland zijn gelegd. De Dam groeide in de volgende eeuwen uit van verkeersknooppunt, marktplaats en overslaghaven tot het hart van een wereldstad, het nationale plein van Nederland en het hoofdpodium van maatschappelijke bewegingen. Hier aanschouwt men 'het meest afwisselende toneel dat er in Nederland te zien is', aldus de Italiaanse schrijver Edmondo de Amicis, in 1876.
Altijd bleef de Dam in de eerste plaats een gebruiksplein en geen decoratief plein, zoals ook paste bij een handelsvolk zonder hofcultuur. De Dam veranderde meermalen zo sterk van omvang, vorm en functie dat de bezoekers van de huidige Dam de Dam van vierhonderd jaar geleden vermoedelijk niet zouden herkennen. Er is vaak van gedroomd om de Dam ook een beetje mooier te maken, maar de schoonheid verloor het meestal van ad hoc-besluiten. De uitkomst is een plein met een onevenwichtige vorm en dito bebouwing, een lelijk eendje vergeleken met de verfijnde pleinen van Europa, zoals de Grote Markt in Brussel en he Domplein in Milaan.
‘Maar’, zo schrijf ik in de inleiding van het boek De Dam dat ik over dit wonderlijke plein schreef: ‘het is wel óns lelijk eendje. Het Damplein is verbonden met de geschiedenis van miljoenen, het is het knooppunt in talloze verhalen, het is vele malen afgebeeld en het staat gebrand in het geheugen. Niet de schoonheid, maar de vertrouwdheid met het plein, de stapeling van eeuwen intensief gebruik, lief en leed, en de onvermijdelijke haat-liefdeverhouding die de Dam uitlokt, is waarom dit plein met zijn complexe persoonlijkheid een eigen boek verdient.
‘Dit boek is geen hagiografie en geen uitputtende historische studie, maar een familiealbum dat soms systematisch en dan weer associatief over het plein en door de tijd beweegt. We zien de Dam veranderen en gelijk blijven. We signaleren celebrity’s als Rembrandt en Churchill, maar maken ook kennis met Hermanus Spegt en Leonora van Someren. We bladeren langs staatsieportretten en kiekjes, op fraaie en sombere dagen, we zien de schim van een zwaan die dan toch weer het eendje blijkt te zijn, we halen weggezakte herinneringen op en vergeten andere. Het is een geluk dat de Dam een beetje lelijk is; het maakt het plein menselijker en wij hoeven niet zo eerbiedig te zijn.’
Het volgende landschap.
Kroniek van de Landschapstriënnale 2017
Stichting Landschapstriënnale en Vereniging Deltametropool, Rotterdam mei 2018
Nederland gaat deze eeuw drastisch op de schop. Er wachten grote opgaven voor klimaatadaptatie, energietransitie, water, bodemdaling, voedselvoorziening, mobiliteit en economische verduurzaming, terwijl de woninghonger voortduurt en stad en land aantrekkelijk moeten blijven als leefgebied en economisch vestigingsklimaat. Al deze krachtige ingrepen zullen zwaar drukken op het unieke, hooggewaardeerde maar nu al intensief benutte Nederlandse landschap. Of ze het landschap zullen verwoesten of verbeteren, hangt af van de keuzen die burgers en bestuurders nu maken. Welke keuzen en grenzen er bestaan, laten deskundigen en ontwerpers zien.
Deze naderende megaverbouwing van Nederland kwam intensief aan de orde tijdens de Landschapstriënnale in september 2017. Het leverde een staalkaart op van actuele kennis en inzichten over de afzonderlijke opgaven en hun mogelijke samenhang, en een beginnend portfolio van ontwerpoplossingen. Het landschap van de Metropoolregio Amsterdam, en de Haarlemmermeer in het bijzonder, fungeerde als casus voor de vraagstukken die iedere Nederlander zullen raken.
In het boek Het volgende landschap is de oogst van de Landschapstriënnale 2017 samengebracht. De uitvoerige kroniek die ik als officieel Landschapstriënnalechroniqueur schreef, is erin opgenomen, aangevuld met een essay dat verbindende thema's aanwijst, beschouwingen door de curatoren en een beelddocumentatie. Het resultaat is een onmisbare gids op de onzekere weg naar het volgende landschap.
Download pdf.
Ruimte maken voor de rivier
Hoofdstuk in: Dirk Sijmons e.a., Ruimte voor de rivier. Veilig en mooi landschap
Uitgeverij Blauwdruk, Wageningen, 2017, p.10-25
Het Nederlandse riviergebied is in de afgelopen tien jaar voorbereid op de extremere waterstanden die als gevolg van klimaatverandering worden verwacht. Het programma ‘Ruimte voor de rivier’ waarmee dit is bereikt, verenigde twee doelstellingen in zich: het water krijgt meer ruimte zodat het land veiliger wordt, en tegelijkertijd zijn er nieuwe waardevolle landschappen ontstaan. Het boek documenteert dit zelfs naar Nederlandse maatstaven uitzonderlijk geslaagde deltaproject. Mijn bijdrage is het inleidende essay waarin ‘Ruimte voor de rivier’ in zijn historische, maatschappelijke en politieke context wordt geplaatst.
‘Het moet mooi zijn, Outshoorn, het moet mooi zijn’ – Het Paleis voor Volksvlijt als keten van keuzen
Artikel in: Maandblad Amstelodamum, Jaargang 102-3, juli-september 2015, p.102-122
Het Paleis voor Volksvlijt staat nog altijd symbool voor de herrijzenis van Amsterdam in de tweede helft van de negentiende eeuw. Maar als gebouw was het minder succesvol dan als symbool. Een rommelige programmering en geldproblemen plaagden het Paleis vanaf de opening in 1864 tot aan de verwoesting door brand in 1929.
Was dit alleen het gevolg van slecht beheer, of leed het gebouw ook aan aangeboren gebreken? Dat onderzoek ik in dit artikel in het tijdschrift Amstelodamum. Ik nodig de lezer uit om mee te kijken over de schouders van initiatiefnemer Samuel Sarphati, en ik analyseer de ontwerpkeuzen die hij in de aanloop naar het Volkspaleis maakte.
Moest er eigenlijk wel een Paleis voor Volksvlijt komen? En zo ja, waar in het land? Waar in de stad? Hoeveel ruimte heeft zo’n gebouw om zich heen nodig? En hoe goed was het Amsterdamse Volkspaleis in vergelijking met de vele andere ‘kristalpaleizen’ ter wereld?